Bestuur – overheid efficiënter en klantvriendelijker

Bestuur: functioneren overheid kan efficiënter en klantvriendelijker

Het traject van de corona-app is niet bepaald een schoolvoorbeeld. Het laatste deel van het traject, met veel openheid en input van externen, is dat kennelijk wel. Dit traject, maar ook de vele kostbare fout gelopen IT projecten zijn voorbeelden van een overheid die efficiënter kan en moet functioneren, al was het maar omdat het om ons belastinggeld gaat.
Maar niet alleen de eenmalige projecten, maar ook de diensten kunnen efficiënter. De digitale overheid en andere publieke instellingen zijn nu nog teveel gericht op de eigen processen per instelling, ministerie, subsidiegever e.a. Dezelfde gegevens moeten  keer op keer worden aangeleverd, vaak per instelling weer net anders. De Toeslagenaffaire heeft laten zien dat het zelfs bij 1 instelling voor de burger een drama kan zijn, omdat basisprincipes als het goed beschrijven en bewaren van informatie al niet kunnen worden nageleefd. 

De eigen voordelen per instelling, zoals kostenbesparing door efficiency, wegen nu nog te zwaar. Die situatie moet worden omgedraaid, waarbij het uitgangspunt is dat de overheid het de burger, het bedrijf of de organisatie zo makkelijk mogelijk maakt. En bij voorkeur komt de overheid informatie (op een veilige manier) halen, en verplicht niet de burger de informatie te komen brengen. 

Er zullen daarom versneld portals moeten komen waar burgers, bedrijven en organisaties éénmalig hun informatie aanleveren en daarop bijwerken. De betreffende subsidiegever kan dan alleen de specifieke informatie opvragen die echt noodzakelijk is. 

Ook kunnen zij toegang geven aan instellingen om hun informatie daar automatisch aan te leveren of bij te houden. Mijnbelastingdienst.nl en Mijnpensioenoverzicht.nl zijn een goed voorbeeld van de samenwerking voor het aanleveren van informatie op 1 plek. 

Overheden en andere publieke instellingen kunnen vervolgens de benodigde informatie ophalen, binnen de gewenste instellingen van privacy en concurrentiegevoeligheid. En een ander voordeel: de honderden innovatie- en subsidieloketten kunnen anoniem kandidaten zoeken en hun regeling aanbieden, in plaats van omgekeerd. Daarmee kan de overheid haar burgers en bedrijven de meeste toegevoegde waarde leveren voor de laagste mogelijke kosten. 

Klantvriendelijkheid

De Belastingdienst is ondertussen bij de meeste Nederlanders wel het voorbeeld van hoe je niet met burgers om moet gaan. Nog erger is dat het kennelijk bij de premier en ministers ook niet zo is dat het belang van de burgers voorgaat. Het eigen functioneren en indekken tegen risico’s in de Tweede Kamer lijkt prioriteit te hebben. OM te beginnen zal, wat Partij Helder betreft, de Belastingdienst daarom de komende 4 jaar onder externe curatele gesteld moeten worden, of in ieder geval net zolang tot zij en de bewindslieden bewezen klantvriendelijker denken en handelen.

Informatie uitwisselen met de overheid, subsidie- en innovatieloketten e.a.

Nu nog een loket per instelling

De digitale overheid is nu nog teveel gericht op de eigen processen per instelling, ministerie, subsidiegever e.a. Dezelfde gegevens worden keer op keer aangeleverd, maar vaak per instelling weer net anders. De eigen voordelen per instelling, zoals kostenbesparing door efficiency, wegen nu nog te zwaar. En het aantal loketten is nog veel te hoog.

Portal voor bedrijven en organisaties

Er zal daarom een portal moeten komen voor bedrijven en organisaties waarmee zij informatie één keer opslaan en vervolgens ter beschikking stellen aan derden bij aanvragen. Overheden en andere publieke instellingen kunnen daar de informatie ophalen, binnen de gewenste instellingen van privacy en concurrentiegevoeligheid. Denk aan informatie voor vergunningen, innovatiesubsidies e.a. Andere voorbeelden zijn de verplichte instanties als CBS e.d. Een voorbeeld: de honderden innovatieloketten kunnen kandidaten zoeken en hun regeling aanbieden, in plaats van omgekeerd. Dit zal tot gevolg hebben dat de instanties meer moeten samenwerken op het gebied van standaardisatie van data, formats e.a.

Portal voor burgers

Een vergelijkbare portal zal worden ontwikkeld voor burgers, waar aanvragen, uitkeringen, subsidieaanvragen voor zonnepanelen en vergunningen kunnen worden ingediend en gevolgd. Dit is o.a. een punt in de zorg. Mantelzorgers zijn vaak wekelijks uren bezig met zaken uitzoeken, aanvragen en verantwoorden. Een dergelijke portal wordt mogelijk door andere noodzakelijke maatregelen in de zorg, zoals standaardisatie. Belangrijke functie in deze portal is de mogelijkheid om privacy- en data-rechten eenvoudig te beheren: wie mag wat zien, en wat niet. Op termijn is dit uitbreidbaar richting websites die toegang vragen tot persoonlijke gegevens.

Echte loketten blijven

Tegelijkertijd zal een redelijk minimum aan fysieke kantoren moeten gegarandeerd waar de ‘niet-digitalen’ (1,2 miljoen), maar ook bijv. buitenlanders of asielzoekers terecht kunnen. Een voorbeeld: de ‘blauwe envelop’ van de Belastingdienst zal moeten blijven zolang dat nodig is om iedereen te bereiken. De Belastingdienst wil iets van de burger, en heeft dus zelf de plicht de informatie te brengen; het is niet de plicht van de burger de informatie te halen. Dit geldt ook voor banken, ziekenhuizen e.a. instellingen. Ons voorstel is daarom om in elke woonkern of wijk of klein dorp een minimum voorziening te garanderen van bibliotheek-postkantoor-bank-zorgpost.

eGovernment uitbreiden

Wikipedia: De Verenigde Naties omschrijft e-government als een permanente betrokkenheid van overheden met het oog op het verbeteren van de relaties tussen private personen en de overheidssector door een betere, effectieve en efficiëntie dienstverlening, betere informatie en kennis. (“A permanent commitment by government to improve the relationship between the private citizen and the public sector through enhanced, cost-effective and efficient delivery of services, information and knowledge.”) De nadruk ligt hierbij op het permanent karakter van de inspanningen en op het verbeteren van de relaties tussen overheid en burger. Zoals bij zoveel beleidsterreinen is er in Nederland geen duidelijke visie op het gebied van eGovernment. Partij Helder stelt voor om deze te ontwikkelen en uit te voeren.

Agile government ontwikkelen

Agile Govleaders: “Agile methods have been favored in private sector industries for almost a decade. More recently, governments have begun to realize that they can serve citizens more effectively by adopting agile and increasing transparency and collaboration. Involving users throughout every project, agile methods allow agencies to use tax dollars efficiently, deliver better services, and modernize legacy software with less risk. Benefits: The U.S. federal TechFAR Handbook highlights six key reasons why government should adopt agile for IT project management and development.

  • Improvement in investment manageability and budgetary feasibility
  • Reduction of overall risk
  • Frequent delivery of usable capabilities that provide value to customers more rapidly
  • Increased flexibility
  • Creation of new opportunities for small businesses
  • Greater visibility into contractor performance”.

Agile government als ‘vak’ is nog in ontwikkeling maar onze definitie is de volgende: zoveel mogelijk toegevoegde waarde leveren met zo min mogelijk inspanning en kosten conform de prioriteiten van de belanghebbenden. Die belanghebbenden zijn burgers, bedrijven en organisaties. De overheid zelf is natuurlijk ook een belanghebbende, maar vooral als organisatie die bijdraagt aan de belangen van de burgers en bedrijven die zij dient. Bij agile government ligt ook agile portfoliomanagement voor de hand, om activiteiten en projecten te prioriteren en in hun samenhang uit te voeren. Dit is ook precies wat nodig lijkt bij het huidige energiebeleid, volgens de aanbevelingen van de Rekenkamer.

++++++++++++++++++++++++++++++

NB: dit hoofdstuk moet nog worden verbeterd en aangevuld. Kunt u hieraan bijdragen? Mail ons dan naar info@partijhelder.nl.

Onderwijs

Onderwijs: een goed begin is het halve werk

Samenvatting en speerpunten

  • Onderwijs is de basis voor alle Nederlanders om te groeien naar wat ze willen worden. Een onderwijspakket dat aansluit bij het kind leidt tot een niveau dat Nederland als kennisland waardig is.
  • We hebben al onze bollebozen nodig in onze innovatieve industrieën en diensten, op alle niveaus, van praktisch tot theoretisch
  • Er wordt erg hard gewerkt door onze docenten, maar tegelijkertijd gaat het niveau van het onderwijs in Nederland achteruit.
  • Wat al jaren op ons afkwam is nu gebeurd: er is zo’n lerarentekort dat kinderen naar huis worden gestuurd
  • Er is gesneden in opleidingskosten voor docenten, en de administratieve werkdruk is te hoog
  • Onderwijs moet weer prioriteit worden; van kostenpost naar investering in een goede en betaalbare basisvoorziening voor iedereen!
  • Investeren in kwaliteit van de opleidingen en ‘blijvend leren’ en in salarissen. Salarissen van leraren lager en middelbaar onderwijs gelijk trekken.
  • Kansenongelijkheid tegengaan door voorafgaand aan basisschool en tijdens eerste jaren intensief met ouders en leerlingen te werken aan eventuele taalachterstanden. Schooladviezen neutraler maken, zodat dubbeltjes makkelijker kwartjes kunnen worden.
  • Nationale standaarden voor de omvang van de lestaak, de grootte van klassen, de inhoud van kernvakken, beoordeling van resultaten (ook per methode, schooltype, samenstelling leerlingen) waar nodig uitbreiden.
  • Onderzoek naar verhogen schoolkeuzeleeftijd naar 14 jaar (2 brugklassen), met een ruim aanbod op verschillende niveaus, zonder de bollebozen daarmee te vertragen;
  • School actieve rol in gezonde leefstijl van kinderen, door (waar nodig) gezond ontbijt aan te bieden, en altijd gezonde lunches inclusief meer dan voldoende bewegen.
  • Onderzoek doen naar mogelijkheden om onderwijs zo in te richten dat jongens en meisjes gelijke leerprestaties hebben.
  • Toegankelijk onderwijs zal worden gewaarborgd: scholen in krimpregio’s behouden.

Situatie

Lager- en middelbaar onderwijs

We zijn een zeer rijk land en we hebben onze bollebozen nodig in de innovatieve industrieën en diensten, en ondertussen wordt er erg hard gewerkt door onze docenten. Helaas zijn er met name in het lager- en middelbaar onderwijs bij leerlingen problemen met het onderwijsniveau en de kansengelijkheid. Bij de leraren zijn er problemen met werkdruk, bureaucratie, onvoldoende budget voor doorontwikkeling. Hierdoor is er teveel verloop.

  • Niveau: gaat het niveau van het onderwijs in Nederland achteruit, terwijl ze juist zouden moeten stijgen. Vooral in het algemeen vormend onderwijs (primair onderwijs (PO) en voortgezet onderwijs (VO)) zijn er ernstige kwaliteitsproblemen. Goed lezen, schrijven en rekenen lukt een groeiend aantal kinderen niet meer. Ook de kennis van cultuur, verleden en burgerschap gaat achteruit. Deze achteruitgang treft vooral kinderen die misschien al minder bagage van thuis uit meekrijgen.
  • Kansenongelijkheid: er is kansenongelijkheid, o.a. door de achterstand die kinderen al hebben op hun eerste schooldag, en door schooladviezen die kinderen krijgen die regelmatig onnodig laag zijn
  • Onvoldoende les: er worden onvoldoende lessen gegeven. Gezien het aantal docenten zou het mogelijk moeten zijn dagelijks goede lessen te organiseren voor alle kinderen in Nederland, maar leraren kunnen zich onvoldoende focussen op het lesgeven, omdat zij er allerlei taken bij krijgen.
  • Passend onderwijs: de wet Passend Onderwijs lijkt niet te werken. Basisschoolleraren worstelen met passend onderwijs: de klassen zijn te groot en het ontbreekt leraren aan tijd en kennis om leerlingen die extra hulp nodig hebben goed te begeleiden.
  • Lerarentekort: er is daarnaast een al jaren groeiend probleem met het lerarentekort, deels omdat leraren moeilijk te houden zijn. Degelijk opgeleide leraren, die les willen geven en zich daar ook in willen ontwikkelen, zijn moeilijk te vinden en nog moeilijker te houden. De uitstroom van starters in het onderwijs is groot, waardoor een kwalitatief en kwantitatief lerarentekort ontstaat. En ook de zijinstromers blijven niet lang.
  • Redenen: hiervoor zijn o.a. dat er a) is gesneden in opleidingskosten voor docenten, b) de werkdruk, waaronder niet in het minst, de administratieve werkdruk, zijn te hoog en c) er zijn mogelijk aantrekkelijker arbeidsvoorwaarden nodig.

Situatie Hoger onderwijs

Studenten zijn ontevreden, omdat zij als gevolg van het leenstelsel (ingevoerd door voorganger Jet Bussemaker, PvdA) met torenhoge schulden en studiestress kampen. Hoogleraren en ander wetenschappelijk personeel zijn ontstemd omdat zij door de snelle stijging van aantallen studenten amper toekomen aan eigen onderzoek en massaal overwerken. De normaliter bedaagde wetenschappers hebben onder aanvoering van het platform WOinActie voor het eerst in jaren flink van zich laten horen.

Dit kabinet

De voornaamste ambities van dit kabinet liggen in de bestrijding van kansenongelijkheid ende stimulering van talent, goede docenten met een sterke positie, toponderzoek en krachtig beroepsonderwijs”. Helaas hebben een minister (Slob, CU, v0ormalig docent) en staatssecretaris (Van Engelshoven, D66) de problemen alleen weten te benoemen, en nauwelijks weten op te lossen.  Beide ministers wordt gebrek aan daadkracht verweten. Ze benadrukken steeds dat dit kabinet ‘meer dan ooit’ in onderwijs investeert, maar hebben niet voldoende invloed binnen het kabinet om de stappen te zetten die nodig zijn. En het is duidelijk dat onderwijs niet bij de financiele prioriteitenlijst van dit kabinet van VVD, CDA en D66 hoort.

Doel

Het is goed om nog eens met alle partijen vast te stellen wat het doel is van ons onderwijssysteem. Het zal iets moeten zijn als ‘alle kinderen in Nederland krijgen onderwijs dat optimaal is om hun potentie en interesses volledig te ontdekken en tot bloei te laten komen’. Leeringen krijgen daarvoor les van bevoegde en bekwame leraren, die zich blijven ontwikkelen en die in staat zijn om de potentie van een leerling te zien, los van hun afkomst of beginniveau.

Leerlingen

Kwaliteit en kansenongelijkheid

Kansenongelijkheid

Het opleidingsniveau van ouders is bepalender voor schoolloopbaan kind dan migratieachtergrond. Schoolprestaties in de vroege jeugd kunnen bepalend zijn voor latere kansen op de arbeidsmarkt. En die vroege schoolprestaties zijn sterk afhankelijk van het sociaaleconomische milieu van het kind, bevestigt het nieuwe onderzoek.

Kinderen van laagopgeleide ouders of ouders met een laag inkomen beginnen al op de basisschool met een achterstand die ze in hun schoolcarrière niet meer inhalen. Het opleidingsniveau en het inkomen van de ouders hebben meer invloed op de schoolprestaties van een kind dan een migratieachtergrond, blijkt uit nieuw onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB).

Leerachterstand

Samenvattend: het is lastig voor een leerling om initiële achterstanden weg te werken en dat je milieu het verloop van je schoolcarrière voor een groot deel bepaalt. Het ideaal dat als je maar hard genoeg werkt, je het uiteindelijk wel redt, wordt dus meestal niet bewaarheid.

Opleidingsniveau ouders: wel blijvende invloed

Uit de resultaten blijkt dat een laag opleidingsniveau van ouders vaak gepaard gaat met een leerachterstand bij het kind al vóór aanvang van de basisschool. Die achterstand uit zich vooral op het gebied van reken- en taalvaardigheid. Vanaf groep 3 zijn de verschillen op die gebieden tussen kinderen met laagopgeleide ouders en hoogopgeleide ouders nagenoeg uitgekristalliseerd. Ze nemen in de schoolloopbaan op de basisschool nauwelijks verder toe, maar ook niet af. Ook bij het advies voor de middelbare schoolopleiding speelt het opleidingsniveau van de ouders een grote rol, blijkt uit onderzoek van de Onderwijsinspectie.

Migratieachtergrond: geen blijvende invloed

Hoewel kinderen met een migratieachtergrond ook beginnen met een achterstand, werken zij deze gedurende hun schoolloopbaan doorgaans weg. Ze presteren op de laatst gemeten leeftijd van 15 jaar bijna hetzelfde als leerlingen zonder migratieachtergrond van vergelijkbare sociaal-economische afkomst.

Jongen vs meisje: wel verschil

Nog een opvallende conclusie: het geslacht van het kind heeft op de basisschool meer invloed op de leerprestaties dan een eventuele migratieachtergrond of de sociaal-economische positie van de ouders. Zo hebben meisjes al vroeg een betere taalvaardigheid en ontwikkelen jongens rond hun 6de een voorsprong in rekenen, al neemt deze later weer af. Bovendien scoren jongens vanaf jonge leeftijd beduidend lager op werkhouding en gedrag.

Maatregelen

  • Investeren in kwaliteit van de opleidingen en ‘blijvend leren’ en in salarissen. Salarissen van leraren lager en middelbaar onderwijs gelijk trekken.
  • Kansenongelijkheid tegengaan door voorafgaand aan basisschool en tijdens eerste jaren intensief met ouders en leerlingen te werken aan eventuele taalachterstanden. Voorschoolse educatie kan een rol spelen bij het beperken van ongelijkheid.
  • Onderzoek doen naar mogelijkheden om onderwijs zo in te richten dat jongens en meisjes gelijke leerprestaties hebben.
  • Schooladviezen neutraler maken, zodat dubbeltjes makkelijker kwartjes kunnen worden (ook eventueel criteria differentiëren tussen jongens en meisjes). Waar nodig daarvoor een herziening CITO toets, toetsing schooladviezen e.a.
  • Daarnaast financiele drempels voor bijlessen of studeren (leenstelsel) afbreken. Zo wordt de schoolkeuze in het MBO, de grootste groep leerlingen, te vaak bepaald door de portemonnee (kosten van de opleiding, reiskosten).
  • Nationale standaarden voor de omvang van de lestaak, de grootte van klassen, de inhoud van kernvakken, beoordeling van resultaten (ook per methode, schooltype, samenstelling leerlingen).

Onderwijs inhoud

  • Kinderen krijgen les in herkenbare vakken en binnen die vakken is aandacht voor cultuur en maatschappelijk relevante kwesties als mediawijsheid en gezondheid. Leren staat voor ontdekken wie je bent en begrijpen wat je rechten en plichten als burger zijn.
  • De overheid stuurt op inhoud van het geleerde in taal (Nederlands en Engels), omgang met getallen (rekenen, wiskunde) en wie we zijn en waar we vandaan komen (Nederlands, Engels, geschiedenis, maatschappijleer). Per leerjaar wordt de inhoud nog meer vastgelegd in de vorm van landelijke leerstandaarden.
  • Ontwikkeling van passend lesmateriaal voor kernvakken gebeurt nog meer in landelijke samenwerking, getoetst door experts. De kwaliteit van het materiaal wordt geëvalueerd door een onafhankelijke landelijke commissie van hoogleraren in de verschillende vakken.  
  • Naast de kernvakken is er voldoende vrijheid binnen het onderwijsaanbod om het eigen karakter van de school te benadrukken. (zie ook hieronder bij het het Bijzonder Onderwijs)
  • In de eerste jaren zullen er extra lessen in Nederlandse taal en rekenen worden aangeboden, naast extra lessen in de pre-schoolse jaren. Hiermee kan de leerachterstand bij aanvang worden verminderd.

Gezond eten en voldoende bewegen

School  zal met Partij Helder een actievere rol krijgen bij de preventie. Concreet gaat het om het aanbieden van een gezond ontbijt (waar nodig), en altijd aanbieden van gezonde lunches inclusief meer dan voldoende bewegen.

Goede gezondheid begint bij goed onderwijs. Binnen het onderwijs moet meer aandacht besteed worden aan een goede leefstijl die de gezondheid ten goede komt. Er zijn nog steeds te veel kinderen die met een lege maag naar school gaan en zelfs zonder lunch de dag moeten zien door te komen. Gezond eten draagt bij aan een gezonde ontwikkeling van de hersenen. Goede hersenontwikkeling draagt weer bij aan betere leerresultaten en zo weer aan betere kansen op de arbeidsmarkt.

Natuurlijk is het fantastisch dat individuele ouders zich opwerpen om bijvoorbeeld 80 boterhammen per dag te smeren maar deze verantwoordelijkheid mag niet meer bij de burger worden neergelegd. Dit is een essentiële taak van de overheid die erin moet voorzien dat kinderen van minder draagkrachtige ouders aangemeld kunnen worden voor een gezond schoolontbijt dat door de overheid gesubsidieerd wordt.

Ook moeten scholen de mogelijkheden krijgen om gezonde (warme) maaltijden tijdens de lunch te verzorgen. Nòg mooier is het als we in iedere school een keuken kunnen realiseren waarin leerkrachten met leerlingen samen het eten klaar maken. Zó zorgt Nederland er samen voor dat kinderen niet meer met honger naar school komen.

Herziening schooladvies

De CITO-toets werkt ongelijkheid in de hand en is voor veel (jonge) leerlingen een grote bron van stress. Wie financieel de middelen heeft om hun kinderen middels huiswerkbegeleiding en extra lessen betere testresultaten te laten halen, wint het van ouders die hiervoor niet de middelen hebben. Dit werkt in de hand dat kinderen een schooladvies mee krijgen dat niet bij hen past. Zo worden kinderen op vroege leeftijd al in hokjes geplaatst waar zij moeilijk meer uit komen.

Iedere ouder wil het beste voor zijn/haar kind. Dit mag alleen niet ten koste gaan van de kinderen die wèl de hersens hebben maar niet uit een draagkrachtige omgeving komen. Daarnaast moeten leerlingen meervoudige, en bij de leerling passende, schooladviezen mee krijgen voor zij naar het voortgezet onderwijs gaan.

Schoolkeuze maken na 2 brugjaren?

Partij Helder wil onderzoeken of het beter werkt als de definitieve schoolkeus later wordt genomen, als kinderen een beter beeld hebben gekregen van wat zij willen en kunnen doen. De schoolkeuzeleeftijd wordt dan opgeschort tot 14 jaar, dus aan het einde van het tweede brugjaar.

De CITO-toets aan het einde van de basisschool kan dan worden gebruikt als tussentijdse check om te zien waar de extra leerbehoefte van het kind ligt.

Passend onderwijs

De wet Passend Onderwijs lijkt niet te werken. Basisschoolleraren worstelen met passend onderwijs: de klassen zijn te groot en het ontbreekt leraren aan tijd en kennis om leerlingen die extra hulp nodig hebben goed te begeleiden. De wet moet worden geëvalueerd en zoveel mogelijk worden teruggedraaid, als dat nodig is.

Bijzonder onderwijs

Religieus en ander bijzonder onderwijs  is een vast onderdeel van het Nederlandse onderwijs; dat is niet in alle landen van het geval. Recent zijn er gevallen naar boven gekomen waarbij leerlingen werden geweerd op basis van seksuele geaardheid. Ook worden sommige scholen onder druk gezet door vreemde mogendheden die middels hun financiële invloed druk willen uitoefenen op de inhoud van de lessen (en daarmee ingrijpen in onze samenleving).

De zorg van Partij Helder is dat er in Nederland daardoor onderwijs wordt gegeven dat niet strookt met onze wetten, geschreven en deels ook ongeschreven. Onderwijs dient aan te sluiten bij de waarden van de Nederlandse maatschappij. Met dit voorstel volgen wij artikel 23 uit de grondwet, waarin de keuze vrijheid om een school met een eigen identiteit op te richten staat, volledig overeind blijft.

De Onderwijsinspectie zal daarom altijd inzicht moeten hebben in a) de inhoud van alle lessen en de inrichting van het onderwijs, en b) de personen en organisaties die van invloed zijn daarop, al dan niet door financiering. Een verplichte rapportage over geldstromen en lessen is nodig om dit te kunnen volgen.

Leraren

Goede lerarenopleiding

De huidige politiek concentreert zich met name op prestaties van de leerlingen wanneer het gaat om verbeteringen in het Nederlandse onderwijs en in mindere mate op hoe het vak van docent en leerkracht wordt aangeleerd.

Partij Helder vindt dat we daarnaast ook moeten investeren in de lerarenopleidingen. Het aantal leerkrachten dat niet in staat is om foutloos taal of rekenonderwijs aan te bieden groeit. En dat is jammer en demotiverend voor de studenten zelf wanneer zij tijdens de opleiding er achter komen dat er naast de opleiding nog extra cursussen gevolgd moeten worden om deze basisprincipes goed onder de knie te krijgen. Door aan de basis al meer middelen en ondersteuning te bieden aan de leraren in spe, zijn zij beter in staat om de leerlingen een goede start mee te geven.

Hierin zijn slagen te maken door onder andere in te zetten op een betere toetsing voorafgaand aan de opleiding tot leerkracht of docent in het hierop voorbereidende onderwijs. Daarna kan daar tijdens de opleiding beter op worden ingespeeld. Tenslotte is het belangrijk meer met mensen van alle lagen van het onderwijsvak in gesprek te blijven over wat zij in de dagelijkse praktijk zien waardoor het Nederlandse onderwijs nòg beter kan.

Meer waardering onderwijzend personeel

  • Werkdruk verlagende arbeidsvoorwaarden, eerlijke beloning, vakinhoudelijke kwaliteitseisen en waardering gaan weer voor plezier in het lesgeven zorgen.
  • Leraren in basis- en voortgezet onderwijs worden gelijk beloond. Deze kloof wordt gedicht door de salarissen in het onderwijs gelijk te trekken.  Het enige verschil dat zal blijven heeft dan te maken met ervaringsjaren en persoonlijke- en vak ontwikkeling, zoals dit ook gebruikelijk is in andere beroepsgroepen

Financiering

Onderzoeksbureau McKinsey berekende onlangs dat het basisonderwijs tussen de 0,5 en1,5 miljard nodig heeft om internationaal gezien weer op topniveau te komen. Het geld dat het Rijk de afgelopen jaren investeerde (1,7 miljard) werd door gemeenten weer bezuinigd (1,9 miljard). Dat wordt in deze kabinetsperiode niet meer goedgemaakt, is de verwachting.  Ook in het hoger onderwijs: daar is structureel minstens 1 miljard euro nodig om de problemen aan te pakken, becijferde WOinActie.
Wel hebben veel scholen geld op de plank liggen, dus dat zal in de evaluatie van de financiering moeten worden meegenomen, naast de relatie met de gemeente.

Krimpregio scholen behouden

De krimpregio’s in Nederland moeten duidelijk in kaart gebracht en helder benoemd worden. De kleine scholen in deze regio’s moeten voldoende gefaciliteerd worden zodat zij open kunnen blijven. Juist in deze regio’s vormen scholen de uiterst belangrijke spil in het leefbaar houden van deze gebieden.

NB: dit past ook goed bij ons plan om juist te investeren in leefbare en duurzame woon- en werkclusters in heel Nederland (zie ons plan Deltaplan Duurzaamheid, Hoofdstuk 2 Visie).

Besturen 

Ook zal moeten worden gekeken naar de verschillende bestuurslagen in Nederland, maar ook naar andere partijen die van invloed zijn op het resultaat. Resultaten van centraal ingezet beleid zijn steevast tegengesteld aan doelstellingen van goed onderwijs. Verschillende bestuurslagen, met ieder een eigen dynamiek, lijken daarvan de oorzaak te zijn. De grote bemoeienis van private partijen (adviesbureaus, arbeidsbemiddeling, huiswerkinstituten) in het algemeen vormend onderwijs vergroot de kansenongelijkheid en vereist regulering.

Bronnen:

  • Bronnen worden nog aangevuld. We hebben ons programma o.a. vergeleken met dat van BeterNL en daaruit delen overgenomen; wel verschillen we op belangrijke punten van mening, bijv. over de besturen.
  • https://www.nrc.nl/nieuws/2020/10/13/ministers-die-problemen-doorschuiven-a4015700
  • https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/opleidingsniveau-ouders-bepalender-voor-schoolloopbaan-kind-dan-migratieachtergrond~ba62f1a4/
  • https://www.volkskrant.nl/kijkverder/v/2020/eens-een-dubbeltje-altijd-een-dubbeltje~v393725/
  • https://www.parool.nl/amsterdam/leraren-trekken-aan-de-bel-passend-onderwijs-werkt-niet~ba7923ea/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

Bestuur – kwaliteit besluitvorming en transparantie

Bestuur – kwaliteit besluitvorming en transparantie

Veel besluitvorming door regering of parlement vindt plaats op partijpolitieke gronden of tactische overwegingen. Er worden door kabinet en parlement daarnaast veel specifieke maatregelen genomen die niet onderdeel zijn van een meer omvattende aanpak van een probleem. Veel specifieke maatregelen zijn reacties op berichten over incidenten in de media of zijn een klein haalbaar stukje in een veel complexere puzzel. De situatie bij de Belastingen is een voorbeeld waar dat toe kan leiden. 

Tenslotte worden er door gezaghebbende instituten gevraagd en ongevraagd rapporten uitgebracht, die zonder uitgebreide toelichting ter zijde kunnen worden geschoven als de inhoud niet bevalt. Nog erger is de houding ten opzicht van het RIVM waar niet alleen de onderzoeksmethode voor wordt bepaald, maar ook de uitkomsten tactisch worden afgestemd.

Ons voorstel is om wetsvoorstellen en andere maatregelen veel explicieter te baseren op wetenschappelijke inzichten en ervaringen, rapporten en bevindingen uit het verleden. 

Daarnaast zal in alle rapporten en adviezen precies moeten worden aangegeven welke opdrachten en tussentijdse aanwijzingen zijn gegeven en welke tekstwijzigingen precies zijn doorgevoerd op verzoek van het ministerie. 

Verder zullen alle voorstellen voorzien moeten worden van niet alleen een lobby-paragraaf maar ook een evaluatie-paragraaf.  Maatregelen zullen daarbij steeds in korte-, middellange- en lange termijn kader moeten worden geplaatst.

En tenslotte gaan wij streven naar vergaande transparantie: welke wet werkt, welke subsidie levert iets op, wie geeft relatief veel geld uit, met wie is er gelobbyd voor dit besluit? Het gaat immers om onze stem en ons belastinggeld.

Partij Helder is van mening dat alleen met deze maatregelen de kwaliteit van de besluitvorming groter zal worden. Ook zal hierdoor het vertrouwen in de besluitvorming weer terugkomen. 

Praktijk

Van veel wetten die zijn aangenomen, ook door de Eerste Kamer, was vanaf het begin niet duidelijk wat die precies wanneer zouden opleveren. In 2016, bij de evaluatie van de besparingswetten uit 2012 is duidelijk geworden dat er van de 512 voorgenomen wetten 488 zijn uitgevoerd (dat klinkt positief), maar dat het eigenlijk niet duidelijk is wat de effecten zijn geweest. Het begrotingstekort is weliswaar gedaald, maar daar hebben ook andere factoren een rol gespeeld. Aangezien veel maatregelen directe en vaak grote effecten hebben gehad op burgers en bedrijven, zou het toch logisch zijn om te verwachten dat het meten van de effecten bij het opstellen en goedkeuren van de wet zouden zijn meegenomen.

Sinds die tijd is de situatie niet verbeterd.

Parlementaire enquêtes, rapporten en onderzoeken

Er worden parlementaire enquêtes en andere belangrijke onderzoeken gedaan bij issues met grote impact op de samenlevingen. Onze volksvertegenwoordigers hebben deze bevindingen met veel moeite weten te ontfutselen aan vaak zeer complexe dossiers. Het staat regeringen nu vrij om de moeizaam verkregen inzichten vervolgens eenvoudig terzijde te schuiven, bijvoorbeeld omdat maatregelen niet passen op partijpolitieke gronden of tactische overwegingen richting de verkiezingen. Recent is dat gebeurd met bevindingen rondom IT projecten. Dit soort enquêtes zijn kostbaar, en het kost de volksvertegenwoordigers veel tijd.

Ons voorstel is tweeledig. Er moet een veel explicietere verantwoording komen waarin punt voor punt wordt uitgelegd op welke gronden aanbevelingen (niet) worden overgenomen. Daarnaast zouden in maart 2021, bij de vorming van de nieuwe coalitie, dit soort bevindingen meteen gebruikt moeten worden als input.

Onderbouwing en toetsing

In het algemeen is het ons voorstel om wetsvoorstellen en andere maatregelen veel explicieter te baseren op wetenschappelijke inzichten en ervaringen en bevindingen uit het verleden. Daarnaast zullen alle voorstellen voorzien moeten worden niet alleen van een lobby-paragraaf maar ook van een toets-paragraaf. De maatregel is kennelijk bedoeld om een effect te bereiken. De vraag is dan: welk effect en wanneer en hoe kunnen we zien of het werkt?

Waan van de dag

Er worden door kabinet en parlement veel specifieke maatregelen genomen die niet onderdeel zijn van meer omvattende aanpak van een probleem. Zo kan het voorkomen dat maatregelen elkaar tegenwerken. Er wordt bijv. ontwikkelingshulp gegeven aan een land in Afrika dat door onze handelsbeperkingen zijn producten niet goed in Europa kan verkopen. Veel specifieke maatregelen zijn reacties op berichten over incidenten in de media. Verontwaardiging over een patiënt die buiten de boot valt leidt tot aanpassing van het systeem, maar daarmee wordt het systeem complexer en waarschijnlijk minder effectief.

‘Evidence based’ is nu niet evident

Men zou denken dat inzichten uit wetenschappelijk onderzoek maar ook ‘evidence’ uit parlementaire enquetes e.d. een sterke positie hebben in de besluitvorming bij regering en parlement. Toch worden rapporten en aanbevelingen eenvoudig opzij geschoven; deels ten gunste van de ‘inzichten’ van lobbypartijen. Daarnaast wordt er nog teveel geredeneerd vanuit wat de partij vindt en hoe de partij zich wil profileren (niet alleen in verkiezingstijd). Dit gebeurt ondanks het feit dat bijvoorbeeld uit wetenschappelijk onderzoek of een (enquête-) rapport een andere conclusie beter is.

Wij pleiten ervoor dat regering en parlement moeten verantwoorden waarom zij wat wel en wat niet van de aanbevelingen omzetten in beleid.

Van klokkenluiders naar continue verbeteren

Na een zeer lange aanloop zijn er nu eindelijk betere constructies voor klokkenluiders. Die moeten voorlopig zeker blijven. De noodzaak van deze constructies laat alleen wel zien dat de houding in betrokken organisaties nog teveel intern gericht is (geen vuile was buiten) en dat continue verbeteren nog niet vanzelfsprekend is. (Dan is immers een klokkenluider niet nodig).

Ongezonde relatie met onafhankelijke instituten

Kwalijk tenslotte is de houding t.o.v. het RIVM waar niet alleen de onderzoeksmethode voor wordt bepaald, maar ook de uitkomsten tactisch worden afgestemd. Het WODC is een eerder voorbeeld uit 2017, toen Nieuwsuur onthulde dat ambtenaren van Justitie hadden geprobeerd zich te bemoeien met wetenschappelijk onderzoek naar het Nederlandse drugsbeleid. De huidige minister van justitie Ferd Grapperhaus moest er pijnlijke conclusies over trekken, toen hij zich in 2018 in de Kamer verantwoorde. Justitie had inderdaad driemaal een ‘onbehoorlijk’ dikke vinger in de pap gehad bij onderzoek dat onafhankelijk zou moeten zijn. En hij gaf de klokkenluider een compliment, maar liet haar ook maandenlang afluisteren.

Korte-, middellange- en lange termijn

Daarnaast zouden maatregelen waar maar mogelijk altijd bekeken worden vanuit drie dimensies van korte-, middellange- en lange termijn. Toegepast op integratie en acceptatie bij autochtone en allochtone Nederlanders zou dat bijvoorbeeld zijn:

  • korte termijn – bijv. snel en hard ingrijpen bij onlusten in wijken; cameratoezicht versterken voor zolang als nodig
  • middellange termijn – buurtzorgers en observatieteams in de wijk; maatschappelijk werk; verzuimbegeleiding; actieve sollicatiebegeleiding
  • lange termijn  – alfabetisering, inburgering; kennis verspreiden over bevolkingsgroepen onderling en hun geloof en gebruiken vanaf de basisschool.

Transparantie

Vervreemding zal er altijd zijn. Beleidsmakers zullen dus altijd belastinggeld uitgeven zonder te voelen wat het echt waard is of besluiten nemen zonder te voelen wat de maatregelen voor echte burgers betekenen. Maar het kan wel zo min mogelijk. Den Haag moet kennelijk tegen zichzelf beschermd worden. We zijn niet voor landelijke referenda, maar voor ‘hyper-transparantie’. Zonder transparantie worden er ondemocratische of zelfs onwettige deals gesloten door ministeries, partijen, lobbyclubs. Goede open data wordt daarom overal verplicht. En vervolgens hypertransparantie: welke wet werkt, welke subsidie levert iets op, wie geeft relatief veel geld uit, met wie is er gelobbyd voor dit besluit? Het gaat immers om onze stem en ons belastinggeld. Alleen met transparantie kan het vertrouwen weer terugkomen.

Justitie: rechtsgelijkheid en -kwaliteit

Justitie – rechtsgelijkheid en -kwaliteit

  • Uitkleden van rechterlijke macht, maar ook rechtsbijstand, is te ver gegaan. Rechtsgelijkheid van alle Nederlanders is uitgehold door uitkleden van rechtsbijstand en nadruk op ‘productie’ draaien, waardoor de kwaliteit onder druk staat.
  • Er moet geld bij, en kwaliteit en innovatie moeten leidend worden
  • Innovatie moet worden versneld. Moderniseren van processen en meer ondersteunen technologie (noodzaak bleek ook tijdens corona).
  • Antwoord formuleren op AI ontwikkelingen bij advocatenkantoren die profielen maken van uitspraken en rechters
  • Onderzoek naar beslissingsondersteunende systemen, en technologieën als Artificial Intelligence en Natural Language Processing. Rechters kunnen dan focussen op individuele en complexe aspecten van een zaak.

Inleiding

Het recht van alle Nederlanders op dezelfde behandeling in ons rechtssysteem en de kwaliteit daarvan lijken goed gewaarborgd. Door de bezuinigingen staat dit alleen onder druk. De rechterlijke macht heeft het te druk, rechtbanken zijn gesloten en op de rechtsbijstand wordt gekort. In de praktijk betekent dit dat er maatregelen nodig zijn om dit te onderzoeken en waar nodig de schade te herstellen.

Drempel door bezuinigingen

Er is een flink aantal rechtbanken gesloten, wat voor mensen een drempel vormt. De bezuinigingen op de gefinancierde rechtsbijstand hebben daarnaast geleid tot een situatie waarin advocaten ‘nee’ moeten verkopen aan de meest kwetsbare mensen in onze samenleving die ook toegang willen tot de rechter. Rechtsongelijkheid dreigt door deze maatregelen, of is er al.

Werkdruk door bezuinigingen

De bezuinigingen van het kabinet hebben invloed op de kwaliteit van de rechtspraak. Het budget is leidend en niet wat er nodig is om rechtszaken zorgvuldig af te handelen. Het grote aantal rechtszaken per rechter wordt opgelost door overwerk wat de kwaliteit in gevaar brengt.

Rechtsgelijkheid

Alle Nederlanders hebben niet alleen récht op dezelfde behandeling bij justitie, maar moeten die ook krijgen. Over het algemeen werkt daarnaast de Nederlandse praktijk van het krachtenspel tussen Openbaar Ministerie en advocaten. Tegelijkertijd kan niet uitgesloten worden dat je ‘pech’ kunt hebben met een bepaalde rechter die strenger straft, die een slechte dag heeft of die vanuit de eigen geschiedenis meer moeite heeft met bepaalde vergrijpen. Genoemde bezuinigingen spelen al een rol doordat de werkdruk bij rechters te hoog is geworden. Dat is niet goed voor de kwaliteit, hoe goed bedoeld het overwerk ook is.

Onderzoek

Er zal daarom blijvend moeten worden onderzocht in hoeverre de persoon van de burger en de persoon/personen van de rechter(s) in rol spelen bij het oordeel en de strafmaat. Heel simpel omdat burgers verdienen dat dat wordt onderzocht en dat de praktijk daaraan wordt getoetst. Ook eventuele (conflicterende) belangen van rechters kunnen dan vroegtijdig worden opgespoord. (Big) data zal daarom moeten worden ingevoerd.

Beslissystemen en maatwerk

Juridische beslissystemen kunnen helpen bij het ondersteunen van rechters bij onderzoek, oordeelsvorming en strafmaat. Daarbij kan ook de persoon van de rechter onderdeel vormen van de criteria/afweging.

Dit zal ook de werkdruk verminderen. In tegenstelling tot wat een aantal rechters zal denken, stellen dit soort systemen rechters juist in staat meer maatwerk te leveren omdat het eenvoudige of voorbereidende werk uit handen wordt genomen.

Grondwet

Het recht op een eerlijk proces en het recht op toegang tot de rechter zijn kennelijk nog niet in de Grondwet opgenomen. Dit zal alsnog moeten gebeuren.

Vormfouten

De wetgeving zal moeten worden aangepast om te zorgen dat vormfouten geen reden meer kunnen zijn om iemand vrij te laten. Juridisch-inhoudelijke argumenten van zowel Openbaar Ministerie als advocaten kunnen leiden tot vrijspraak, stopzetten van de voorlopige hechtenis of verkorten van een gevangenisstraf. Anders niet.

Partij Helder – samenwerking met andere partijen

Partij Helder – samenwerking met andere partijen

Wij willen in principe samenwerken met alle partijen

  • Zelfs met de VVD onder Rutte, maar 10 jaar stagnatie, problemen uit de weggaan en de verantwoordelijkheid op anderen afschuiven moeten dan nu wel stoppen
  • PVV en FvD lijken met hun uitspraken doelbewust deelname aan een regering te willen voorkomen? Ze benoemen de zaken overigens wel.
  • Wij zijn niet bang voor discussies in parlement of coalitie
  • En dus bij voorkeur een klein regeerakkoord, geen ‘coalitie-overleg’ meer, en veel ruimte voor input van alle parlementsleden.
  • Lobby-clubs die nu achter de schermen meeregeren moeten voor iedereen zichtbaar hun werk gaan doen.

Deltaplan Digitaal

Deltaplan Digitaal

Dit plan behelst:

  • subsidies voor onderzoek in kunstmatige intelligentie voor doorontwikkeling op de Nederlandse markt (i.t.t. de huidige uitverkoop naar de VS)
  • optimale gegevensuitwisseling (standaardisatie, NEN)
  • kritische evaluatie en normering voor algoritmes die gebruikt mogen worden op platforms waar Nederlandse burgers lid van kunnen zijn (idem NEN)
  • inrichten van een ‘legerdivisie’ voor cyber warfare
  • een nutsbedrijf voor de basisinfrastructuur van kabel/glasvezel en mobiel internet. Nog sneller internet tot in alle uithoeken van Nederland.
  • robotisering waar mogelijk, wat een deel van het tekort aan arbeidskrachten door vergrijzing zal oplossen
  • inrichten van strakke privacy, zodat gegevensuitwisseling en big data gebruik ook acceptabel blijven/worden
  • stimuleren van technische vakken op opleidingen, mogelijk door verlagen van studiekosten

Nederland digitaal

Het gaat al goed met de uitrol van glasvezel, het aantal mensen dat producten maakt voor het web en daarop koopt en verkoopt, aan gaming doet etc. Het aantal apparaten dat via de netwerken, draden of draadloos, zal werken zal  exponentieel toenemen. En door digitalisering en robotisering zullen meer en meer onderdelen van ons leven zich online afspelen dan wel ondersteund worden door digitale en fysieke hulpmiddelen (robots, informatie- en beslissystemen).

Nederland zit bij de koplopers in digitalisering. Maar het kan nog beter, ook om ons land de leiding te laten nemen in verdere digitalisering met behoud van de menselijke maat. En om alle losse plannen samen te laten werken en de veiligheid en privacy te garanderen.

Deltaplan Digitaal behelst een programma dat loopt van versnelde uitrol van glasvezel in heel Nederland robots en internet of things tot vakken op de basisschool en cyber warfare. Open Data kunnen we nog wel een tandje bijzetten.

Onderwijs – technische studies gratis?

En ook zal het onderwijs beter moeten aansluiten op de nieuwe economie. Technische studies worden mogelijk, op alle niveaus van praktisch tot theoretisch, gratis voor Nederlanders om deze financieel aantrekkelijker te maken.

Veilige infrastructuur?

Het internet is al jaren veel meer dan toegang tot het web voor particulieren, bedrijven en organisaties. Het belang van een veilig en stabiel internet zal door het ‘internet of things’, zelfrijdende auto’s en andere ontwikkelingen nog exponentieel groter worden. Het is de vraag of het samenspel van elkaar concurrerende telecom- en kabel/glasvezelbedrijven een infrastructuur garandeert die de privacy waarborgt en tegelijkertijd tegen aanvallen bestand is. Dit geldt des te meer voor een noodsysteem dat de overheid in staat moet stellen te reageren op aanvallen of andere ‘events’ als grote overstromingen.

In het kader van onze digitale veiligheid, ook gezien de spionage en aanvallen vanuit andere landen, is het onverstandig dit aan marktpartijen over te laten. Het kan daarom onvermijdelijk worden dat er (alsnog) een nutsbedrijf in het leven wordt geroepen dat de basisinfrastructuur van vast- en mobielinternet en kabel en glasvezel gaat verzorgen. Bij elektriciteit is Tennet een vergelijkbare organisatie. De splitsing tussen beheer en transport van energie wordt daarmee dus ook toegepast bij communicatie.

De oude ‘nutsvoorzieningen’ van post, telegrafie en telefonie komen daarmee deels weer terug bij de overheid. Internet kan immers beschouwd worden als “zijnde van openbaar nut omdat het belangrijke producten of diensten levert die in het algemeen belang zijn” (Wikipedia: Nutsbedrijf).

Ook komt er een vijfde krijgsmacht onderdeel voor digitale oorlogsvoering, de Cyber Defense Force.

Robotisering

Wij willen de inzet in Nederland van robots sterk stimuleren, liefst met in Nederland ontwikkelde (onderdelen van) robots. Robots zullen allerlei werkzaamheden kunnen gaan overnemen, maar er zullen ook allerlei nieuwe banen bijkomen. Uitgangspunt voor ons is dat het er niet alleen om gaat om werk goedkoper te maken; dan is het niet meer dan een middel om te bezuinigen dan wel de winst te verhogen. Het doel moet zijn om de kwaliteit van ons leven en onze samenleving erop vooruit te laten gaan. Ook kan het bijdrage leveren om de gevolgen van de vergrijzing tegen te gaan.

Menselijke maat en privacy

Maar wel met de menselijke maat: robotisering als hulpmiddel om onze doelen te bereiken: dankzij robots meer tijd voor zorgverleners aan het bed wat sterk bijdraagt aan het genezingsproces. En vanuit strenge privacy regels.

Burgers, bedrijven, organisaties en overheden … samen

Burgers, bedrijven, organisaties en overheden … samen

Burgers en bedrijven bedenken tegenwoordig zelf veel oplossingen in de zorg, energie, voedsel. Daarvoor organiseren zij zich in grotere of kleinere verenigingen, coöperaties of collectieven. De overheid zegt dit te stimuleren, maar houdt nog te vaak toch regie. En in de besluitvorming over zaken als Klimaatakkoord spelen burgers juist geen rol, terwijl er nu al veel van hen wordt gevraagd. 

De overheid zal moeten leren te faciliteren en samen te werken. Zo kunnen burgers, bedrijven en organisaties meedenken bij wetsvoorstellen, projecten of subsidies om deze te becommentariëren of beoordelen. Zij kunnen dan net als lobbyclubs gewoon meedenken, maar wel op een transparante manier.

Ook kunnen burgers en bedrijven veel doen om de kwaliteit van de overheid te verbeteren. Partij Helder is voorstander van versneld zoveel mogelijk informatie als open data beschikbaar stellen. Burgers kunnen dan op de verschillende platforms die er nu al zijn, zoals van de Open State Foundation, zich beter informeren maar ook kritische vragen stellen.

Omgekeerd is een sterkere, centrale,  sturende rol nodig met name in de publieke sector. Dit geldt niet alleen in tijden van crisis maar ook om samen efficiënter te werken en het wiel niet steeds weer opnieuw uit te vinden. Bij transities als de overgang naar een duurzame samenleving is een landelijke overheid die de regie neemt cruciaal, alleen al omdat we elkaar in het kleine Nederland met de verschillende belangen al snel in de weg zitten.

Eigen initiatieven

Burgers, bedrijven en organisaties bedenken tegenwoordig zelf veel oplossingen in de zorg, energie, voedsel. Daarvoor organiseren zij zich in grotere of kleinere verenigingen, coöperaties of collectieven. De overheid zegt dit te stimuleren, maar houdt nog te vaak toch regie of houdt de ontwikkelingen tegen door dat regels niet of zeer traag worden aangepast. En in de besluitvorming over zaken als Klimaatakkoord spelen burgers eigenlijk geen rol, terwijl er nu al veel van hen wordt gevraagd.

De overheid zal moeten leren te faciliteren en samen te werken. De beste oplossingen worden waar nodig geschikt gemaakt als landelijke oplossing. Wel is het van belang niet steeds in elke wijk of coöperatie het wiel opnieuw uit te vinden, maar steeds samen te kiezen voor de beste oplossingen en die verder ontwikkelen. ‘Burgerinitiatief’ is geen ander woord voor ‘ieder voor zich’. Samen is efficiënter.

Centrale regie, zeker ook in de publieke sector

De overheid zal moeten leren meer te faciliteren en samen te werken. Daarnaast kan het helpen om oplossingen te vertalen en te verspreiden over landelijke netwerken. Op andere terreinen is een sterkere, centrale,  sturende rol nodig met name in de publieke sector. Dit geldt niet alleen in tijden van crisis maar ook om samen efficiënter te werken en het wiel niet steeds weer opnieuw uit te vinden. Bij transities als de overgang naar een duurzame samenleving is een landelijke overheid die de regie neemt cruciaal, alleen al omdat we elkaar in het kleine Nederland met de verschillende belangen al snel in de weg zitten.

Hoe vaak gaan we het wiel uitvinden?

En ook: hoe voorkom je dat al dat ‘burgerschap’  en al die lokale initiatieven leidt tot een poldermoeras of elke keer weer het wiel uitvinden? We houden er in Nederland van lekker ons eigen gang te gaan, en het allemaal weer eens net iets anders te doen. Dat kan, maar als ons belastinggeld erin wordt gestoken, dan hebben wij er als burgers ook recht op dat dat goed en efficiënt gebeurt. Wij gaan dus (alleen) voor wat wérkt.

Een voorbeeld: er zijn veel apps die in of voor ziekenhuizen worden ontwikkeld; maar een deel wordt vervolgens alleen in dat ziekenhuis gebruikt, of kwijnt na de ontwikkeling weg. Vervolgens wordt in een ander ziekenhuis een vergelijkbare app ontwikkeld. Wij stellen voor om voor bijv. handrevalidatie om de 2 jaar drie apps te kiezen en vervolgens alleen die apps te vergoeden. De apps worden gekozen door patiënten en behandelaars. Na 2 jaar worden er uit bestaande apps en nieuwe apps weer drie apps gekozen. De beste drie winnen weer en die worden weer door heel Nederland gebruikt en geëvalueerd. Continue verbeteren op de schouders van de beste voorgangers.

Gelijke toegang

Het klopt dat wij denken dat veel burgers allerlei goede oplossingen hebben ontwikkeld. Maar dat geldt niet voor iedereen. Worden er ook zorg- en energiecollectieven opgericht in de arme wijken in Rotterdam? De met veel bombarie geïntroduceerde participatiemaatschappij is ondertussen al als mislukt verklaard door de ministers die het introduceerden.

De overheid zal daarom juist actiever moeten worden om te zorgen voor gelijke toegang van Nederlanders en Nederlandse bedrijven tot zorg, onderwijs, integratie, werk, innovatie e.a.. Dit kan worden gedaan op basis van idealen, maar wat ons betreft zijn het ook gewoon investeringen die zichzelf terugverdienen (zie ook ons hoofdstuk over Gelijkheid).

Burgers, bedrijven en organisaties werken samen met de overheid

Omgekeerd kunnen burgers, bedrijven en organisaties bijdragen aan de overheid wanneer zij in een vroeg stadium kunnen reageren op wetsvoorstellen, projecten of subsidies en deze (blind) te kunnen becommentariëren of beoordelen. Er lopen nu wat initiatieven bij een aantal ministeries, maar dat zou breder uitgerold kunnen worden. Lobby-partijen zijn in zo’n scenario gewoon één van de partijen die meedenken, maar dan op een transparante manier.

Open Data voor de kwaliteit van de overheid

Ook kunnen burgers en bedrijven veel doen om de kwaliteit van de overheid te verbeteren. Zo kunnen burgers, bedrijven en organisaties meedenken bij wetsvoorstellen, projecten of subsidies om deze te becommentariëren of beoordelen. Zij kunnen dan net als lobby-clubs gewoon meedenken, maar wel op een transparante manier.

Partij Helder is voorstander om versnel een tijdige consultatie standaard te maken bij zoveel mogelijk beleid.  Daarnaast zal zoveel mogelijk informatie als open data beschikbaar gesteld moeten worden. Burgers kunnen dan op de verschillende platforms die er nu al zijn, zoals van de Open State Foundation, zich beter informeren maar ook kritische vragen stellen.

Ontwikkelingssamenwerking

Ook voor ontwikkelingssamenwerking betekent het dat we waar mogelijk zullen samenwerken met projecten die door burgers en lokale bedrijven zijn opgezet en worden onderhouden. Microfinanciering, crowdfunding e.a. financieringsmogelijkheden zullen met garanties en kennis worden gestimuleerd.

Ontwikkelingssamenwerking

Ontwikkelingssamenwerking

  • Bij voorkeur steun en financiering die bij de mensen zelf terecht komt
  • Alleen inzet en financiering voor projecten die werken; meer samenwerking en transparantie
  • Vooral subsidie voor organisaties die nationaal en internationaal intensief samenwerken om slagkracht te vergroten en om overlap te voorkomen; ook in de EU
  • Investeren in gemeenschappelijke faciliteiten voor big data, analyse en evaluatie
  • Transparantie is belangrijke voorwaarde. Jaarverslagen met concrete resultaten en verhoudingen kosten/opbrengsten
  • ANBI2 invoeren waarbij de organisaties tweejaarlijks worden geëvalueerd. Donaties zijn dan altijd 100% aftrekbaar (zonder de papieren rompslomp van de periodieke schenking met een schenkingsovereenkomst).
  • Uitbreiden eerste hulp bij rampen en snelle wederopbouw (o.a. door hergebruik puin – ‘Mobile Factory’; aanleg tijdelijke havens)

Inleiding

Ontwikkelingssamenwerking draagt bij aan levens van mensen over de hele wereld; hoe groot de Nederlandse strijkstok ook is. De bezuinigingen van de recente kabinetten (status 2016) hebben niet geleid tot de beloofde hogere effectiviteit van overheidsgelden.

Gezien de klimaatontwikkelingen en andere ontwikkelingen met wereldwijde economische en sociale gevolgen (w.o. vluchtelingenstromen), heeft goede ontwikkelingssamenwerking voor Partij Helder een hoge prioriteit.

Verbeteringen kunnen worden gerealiseerd door meer samenwerking en transparantie, zowel tussen organisaties onderling als richting burgers. Ondertussen zullen regelmatige evaluaties van projecten daar en organisaties hier tot meer draagvlak en efficiency moeten leiden’.

Organisaties: van strijkstok naar vertrouwen

Ontwikkelingssamenwerking draagt veel bij aan levens van mensen over de hele wereld; hoe groot de Nederlandse strijkstok ook is of lijkt. Wel zijn er verbeteringen mogelijk om niet alleen het effect van de bestede euro’s en werk te vergroten maar ook om het draagvlak bij de Nederlandse bevolking (die de Euro’s grotendeels aanlevert) te versterken; en dat vertrouwen deels terug te winnen. Transparantie is daarbij een belangrijk middel.

Bezuinigingen hebben geleid tot verspilling van geld en kennis

De modernisering van de ontwikkelingssamenwerking die is ingezet vanaf 2010 heeft niet geleid tot een effectievere besteding van hulpgeld door focus (15 landen, 4 onderwerpen). Dat was wel de belofte bij de bezuinigingen die Rutte I heeft uitgevoerd en daarna zijn voortgezet (VVD en PVDA). De koerswijziging en wijzigingen per land zijn eenzijdig genomen, zonder overleg met andere donorlanden. De Tweede Kamer vroeg in 2012 al om een evaluatie, maar heeft daar vervolgens 4 jaar niet achteraan gezeten. De focus op 15 landen en 4 onderwerpen heeft niet gewerkt. Projecten werden halverwege stopgezet. En ook is er niet samengewerkt met andere donorlanden. (Update 2016; nog bijwerken)

Geven en nemen

Overigens lopen lokale en internationale belangen vaak door elkaar. Handelsovereenkomsten waarbij de eigen landbouw wordt beschermd zijn een goed voorbeeld. Ontwikkelingslanden lopen daarnaast belastingen mis door belastingconstructies die in de rijkere landen worden bedacht en uitgevoerd.

Een ander voorbeeld is te vinden bij het ‘land grabbing’: sinds 2008 is 40 miljoen hectare grond in armere landen gekocht door buitenlandse investeerders (cijfers 2016); dat is ca. 0,8 percent van het totale landbouwareaal in de wereld. De lokale bevolking wordt lang niet altijd goed betrokken bij de projecten, beloftes worden niet nagekomen en zij gaan er dan op achteruit in plaats van mee te delen in de groei. In Ethiopië zijn er nu protesten in een dergelijke situatie.

Samenwerking hier

Zoals als in veel andere sectoren als zorg, erfgoed e.a. zijn er veel mogelijkheden om te verbeteren door samenwerking. Waar veel partijen nog gaan voor het vergroten van het eigen aantal leden of het afdwingen van de eigen aanpak, zou het beter zijn als er meer werd gewerkt met de lessen die anderen in een bepaald gebied of bij een bepaald type samenwerking al hebben opgedaan.

Ook het inrichten van (big) datafaciliteiten en die toepassen in het beleid zou iets kunnen zijn wat de alle partijen in de ontwikkelingssamenwerking meer samen zouden kunnen doen. Een aantal partijen loopt nu voorop, maar veel kleine komen daar natuurlijk ver achteraan. Ook samenwerking met andere partijen met veel data ligt voor de hand; bijv. op het gebied van biodiversiteit.

Samenwerking daar

Burgers en lokale organisaties

Dit betekent ook dat we waar mogelijk zullen samenwerken met projecten die daar door burgers en lokale bedrijven zijn opgezet en worden onderhouden. Daarnaast zal het gestimuleerd worden om voor een project of incidentele vraag gebruik te kunnen maken van kennis en ervaring die in Nederland voorhanden is bij landbouw-, architectuur-, financiering- en andere deskundigen. Tenslotte zullen microfinanciering, crowdfunding e.a. manieren om aan geld te komen worden gestimuleerd, o.a. door garanties.

Overheden

Het is niet altijd mogelijk om om overheden heen te werken, en vaak is toestemming maar ook hulp noodzakelijk. Toch zal Nederland kritisch moeten zijn ten opzichte van landen met te hoge militaire uitgaven, belastingvermijding door rijken en bedrijven of landen die niet willen meewerken aan projecten voor het opleiden van meisjes en vrouwen, gezinsplanning, maar ook de repatriering van afgewezen asielzoekers (het gaat dan om de zogenaamde ‘veilige landen’).

Er loopt al veel – nu versnellen

Gelukkig loopt er al veel positieve ontwikkelingen in de sector. Thema’s als ‘leave no one behind, civic power, working together, make data count’ (Partos Innovatiefestival/Spindle) zijn bekend in de sector. Veel partijen zetten zich ook in voor de relatie tussen duurzame economische groei, bescherming van natuur en milieu en armoedebestrijding door vermindering van ongelijkheid. Maar tegelijkertijd is duidelijk dat samenwerking en transparantie beter kunnen, en ook sneller beter moeten worden om meer geld over te houden voor de mensen om wie het gaat.

Transparantie

Gelukkig worden er in de ontwikkelingssamenwerking met het gemeenschappelijk beschikbaar stellen van bestanden al stappen gezet (IATI) richting transparantie. Ook standaardisatie in data, verslagen en jaarverslagen is in gang gezet. Het kan alleen  sneller en ruimer, en minder verblijvend. Een andere maatregel is daarom het verplicht delen van alle bruikbare data en verplichte transparantie over wat werkt en wat niet werkt.

Keurmerken en een ANBI2?

De belangrijkste keurmerken zijn nu CBF-Keur, gedragscodes van Goede Doelen Nederland, ISO:9001 Code voor Goed Bestuur en  Partos 9001-verklaring, de ISO:9001 toegepast voor ontwikkelingssamenwerking. Voor donateurs is er de ANBI voor aftrekbaarheid van giften, met 100% bij meerjarige giften. Die laatste vorm kost veel kostbare administratietijd bij de betreffende instellingen.

Wij stellen voor dat er een ANBI2 status komt, waarvoor organisaties die een rol spelen in de ontwikkelingssamenwerking tweejaarlijks worden geëvalueerd. Dit gebeurt dan op basis van efficiency, kwaliteit, samenwerking (in Nederland, internationaal en in ontwikkelingslanden), maar ook de verhouding tussen vergoedingen voor bestuurders en die van werknemers en de verhouding tot de Balkenende norm, commerciële belangen e.d. Als er een ANBI2 status wordt verleend, dan is dat voor 2 jaar en dan zijn alle donaties automatisch 100% aftrekbaar. In subsidies etc. zal deze status dan ook worden meegewogen.

CBF-, Partos- en internationale criteria

Idealiter wordt dit gebaseerd op de CBF- en Partos-keurmerken en internationale standaarden. Daarnaast zal dit altijd moeten gebeuren naast de algemene kenmerken waarvoor alle organisaties en bedrijven in Nederland. wat Partij Helder betreft, over gaan rapporteren v.w.b. duurzaamheid, gelijkheid en diversiteit e.a.

Defensie, Europese marechaussee, cyber warfare

Defensie, Europese marechaussee, cyber warfare

Nederland moet meer investeren in Defensie, in de EU meedoen, en er komt een krijgsmachtonderdeel bij ….

  • Doelstelling om het Nederlandse en bondgenootschappelijke grondgebied te kunnen verdedigen: lukt dat nu wel?
  • Daarnaast flexibel internationaal kunnen reageren; behoefte aan snelle inzet bij humanitaire hulpverlening zal groeien met het veranderende klimaat
  • Meedoen met oprichten en bemannen EU Grensleger (opvolger van Frontex) om de EU grenzen te beschermen en als grenspolitie
  • Met technologische ontwikkelingen noodzaak 5e krijgsmachtonderdeel voor digitale oorlogsvoering (Cyber Defence Force)

NB: foto bron: Ministerie van Defensie

Inleiding

De internationale situatie is helaas dusdanig dat de kans is afgenomen dat conflicten alleen maar met gesprekken kunnen worden opgelost. Dit zal door de klimaatontwikkelingen alleen maar toenemen.

Nederland moet meedoen aan een sterke EU, en dus een EU Grensleger om de grenzen te beschermen bij de Baltische staten, maar ook aan de Middellandse Zee. De recente ontwikkelingen met Turkije en Griekenland/Frankrijk laten zien dat de NAVO (waarin de VS geheel eigen belangen heeft) onvoldoende garantie biedt op veiligheid.

Daarnaast is er achterstallig onderhoud bij Defensie door de bezuinigingen van het kabinet op veiligheid. Ook komen er meer en meer digitale aanvallen van buitenlandse mogendheden op bedrijven en organisaties. Bij Defensie zal daarom extra geïnvesteerd moeten worden, allereerst om de achterstand in te halen.

Daarnaast, en niet daarna, zijn investeringen nodig om meer snelle interventies te doen, en sterk te worden in ‘cyber warfare’. Er zal in de krijgsmacht een 5e onderdeel bij  moeten komen voor digitale oorlogsvoering: de Cyber Defense Force.

Achterstallig onderhoud wegwerken

Het ministerie van Defensie heeft dit jaar van de Algemene Rekenkamer een ‘ernstige volkomenheid’ op het rapport gekregen. De operationele gereedheid door een gebrekkig materieelbeheer is onvoldoende. Voor het eerst kan het kabinet daarom niet voldoen aan de doelstelling om het Nederlandse en bondgenootschappelijke grondgebied te verdedigen, beaamt minister Jeanine Hennis (VVD) (FD). Bij Defensie zal eerst geïnvesteerd moeten worden om dit achterstallig onderhoud weg te werken dat de laatste kabinetten nota bene op dit gebied van veiligheid hebben laten ontstaan.

Verslechterde internationale verhoudingen

De internationale situatie is helaas dusdanig dat de kans is afgenomen dat conflicten alleen maar met gesprekken opgelost kunnen worden. Rusland en Turkije zijn twee landen die aan de grenzen van de EU liggen en die zowel fysiek als (m.n Rusland) digitaal een bedreiging vormen.

Europese marechaussee

Naast inzet bij internationale missies zijn wij voor het versterken van de Europese grensbewaking, waarin douane, veiligheid en de professionele en humane afhandeling van vluchtelingenstromen samenkomen. Frontex zal daarom moeten worden opgeschaald naar een Europees grensleger.

Snelle interventies; inzet bij rampen

Bij het leger gaat het ook om een uitbreiding voor meer snelle en beperkte interventies.  Ook de noodzaak van snelle humanitaire hulpverlening zal groeien met het veranderende klimaat.

Cyber warfare

Cyber warfare is geen science fiction meer, en Nederland is te klein om de kennis en faciliteiten hiervoor te verdelen over verschillende instanties. Ons voorstel is om zoveel mogelijk kennis in één centrum bij elkaar te brengen. De leidende rol van Defensie moet hiervoor versneld uitgebreid worden.

Privacy – AVG – big data – Big Tech

Privacy, AVG, big data en Big Tech

Big Tech, maar in het algemeen ook het Web, zijn meer dan volwassen. Dat betekent ook dat vrijwel alles wat vroeger alleen offline gebeurde, nu ook online gebeurt. En dan hebben we het helaas ook over diefstal, kinderporno, phishing, grooming, trollen, fakeaccounts, deep fake video’s, doodsbedreigingen e.a.

Maar de anonimiteit van het internet betekent kennelijk ook dat mensen de omgangsvormen die ze in het echte leven moeten naleven vanwege sociale normen met ook repercussies, online volledig kunnen loslaten. Iedereen kan immers een gebruikersnaam kiezen naar believen, En dus vormt, naast de criminele activiteiten, ook verbaal geweld, sexting e.a. een groot nadeel van het vrijblijvende internet. Marktpartijen als Nu.nl zijn daarom al overgegaan tot een registratie van iedereen die wil reageren op hun website.

Daarom zullen wij voorstellen om op alle platforms waar kinderen en andere kwetsbare groepen komen, het verplicht wordt om om een echte naam en echte identiteit te vragen, die wordt bevestigd door hun ouders (met hun Digid). 

Bedrijven, organisaties en overheden, nationaal en internationaal, negeren de privacy grenzen. De Autoriteit Persoonsgegevens moet worden uitgebreid en de AVG moet worden geëvalueerd. Een onafhankelijke commissie zal, vertrouwelijk, beslissen om de belangen van burgers en bedrijven te garanderen, maar ook bij te dragen aan de nationale veiligheid. Voor wat betreft de overheid zal de Ctivd (Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten) meer democratische borging krijgen.

Burgers krijgen daarom een eigen privacy dashboard, waarin zij hun toestemmingen voor het leveren van informatie kunnen beheren. Dit dashboard zal er in verschillende versies komen van LBO tot HBO/WO niveau en verschillend talen. Social media, webshops en andere partijen kunnen daar dan hun toestemming komen ophalen. 

Privacy, AVG en Big Tech – we gedragen ons als eenden in een eendenkooi!

We leven in een wereld die steeds digitaler wordt. Die digitale wereld wordt meer en meer beheerst door grote buitenlandse bedrijven als Facebook, Google e.a.. Bedrijven als Google en Facebook weten nu al veel meer van u dan u voor mogelijk houdt. Daarnaast zijn zij druk bezig hun terrein te vergroten richting informatie over uw gezondheid.

De regels voor het waarborgen van onze privacy maar ook de digitale normen en waarden worden grotendeels bepaald door die bedrijven. Wij als burgers, maar ook de Nederlandse overheid, zouden onvoldoende middelen hebben om onze regels af te dwingen. En de Nederlandse overheid durft of wil geen vuist maken richting deze bedrijven; sterker nog de vriendschappelijke bezoeken worden breed uitgemeten.

Gratis ‘verkoop’ van onze privé data

De regels voor het waarborgen van onze privacy maar ook de digitale normen en waarden worden grotendeels bepaald door die bedrijven. Als huidige ontwikkelingen online doorzetten dan zal een deel van de burgers zijn privacy (onbewust) blijven ‘verkopen’, en een ander deel zal zich terugtrekken. De digitale toekomst is veel te mooi om deze te laten gijzelen door steeds minder maar steeds machtiger bedrijven.

Big Tech en Nederlandse normen

Een belangrijk beginsel is daarom dat Nederland het recht heeft om het digitale leven in Nederland in te richten naar eigen, democratisch, goeddunken. Wij als burgers, maar ook de Nederlandse overheid, lijken onvoldoende middelen te hebben om onze regels af te dwingen. En dus worden afbeeldingen of teksten weggecensureerd die in Nederland niet verboden zijn.

Als we censuur al terecht vinden op social media, dan zal het toch bij een nationale Nederlandse onafhankelijke instantie moeten liggen, met inzage van redenen of klachten, en een mogelijkheid tot beroep. Zoals het nu kennelijk werkt kan, in de groeiende cancel-cultuur, een groepje mensen op bijvoorbeeld LinkedIn hen een reden geven om je account letterlijk te ‘cancellen’.

Dat het niet zo werkt dat Facebook, Instagram, Twitter en Linkedin meteen zouden luisteren naar zo’n Nederlandse instantie dat is aannemelijk. Maar toch zullen we iets moeten doen, want door hun dominantie positie hebben de grote Amerikaanse tech-platforms nu een te grote, ook culturele, invloed.

Dat lukt toch niet? Deze bedrijven draaien op aantal bezoekers en bezoekjes; en dat is meteen ook onze kracht!

Overheid speelt een dubbelrol

De overheid beschermt haar burgers en bedrijven onvoldoende. Deels omdat zij er niet op zijn toegerust, en deels omdat zij zelf de privacyregels willen overschrijden. In feite leggen ze de alarminstallatie aan, maar ze doen dat zo ze zelf wel ongemerkt naar binnen kunnen.

De bevoegdheden en kennis van het Autoriteit Persoonsgegevens (AP) moeten daarvoor worden uitgebreid.  Omdat de overheid of zelf regels overtreedt of data aan derden doorlevert zonder ons medeweten, zullen de bevoegdheden van het AP nog verder versterkt moeten worden.

Bedrijven en organisaties (zeker in de zorg) zullen moeten worden geholpen om vaak verouderde en ontoereikende privacy maatregelen te updaten en future proof te maken. Waar nodig moet de AVG geëvalueerd worden, omdat o.a. bij de Toeslagen-affaire bleek dat het maatregelen die juist in het belang van burger(slachtoffer)s in de weg zit. Als de opsporingsmogelijkheden worden uitgebreid, dan zal ook het externe toezicht op het gebruik van onze data moeten worden versterkt.

Privacy dashboard voor alle burgers en bedrijven

De vele overtredingen van de AVG, de datahacks maar ook de klantonvriendelijke manier waarop uiteindelijk toch toestemming wordt verkregen van de klant zelf (steeds weer nieuwe voorwaarden en bijgewerkte apps met toch weer toestemming) laat zien dat het tijd is dat we het omdraaien.

Wij denken dat burgers & bedrijven versterkt moeten worden om tegenwicht te kunnen bieden aan de datahonger van internationale mediabedrijven maar ook hun eigen overheden, verzekeraars e.a. Burgers en bedrijven krijgen een eigen privacy dashboard, waarin zij hun toestemmingen voor het leveren van informatie kunnen beheren.

De burger bepaalt zelf zijn profiel (in voor hem of haar begrijpelijke taal op elk taalniveau) en krijgt daarvoor een privacy dashboard. Overheid, social media, apps, zorginstellingen e.a. moeten hun informatie komen ophalen, voor zover nodig om die specifieke transactie te verrichten. Dit zal ook de lasten voor die partijen voor het naleven van de AVG sterk verlagen.

Dit dashboard zal er in verschillende versies komen van LBO tot HBO/WO niveau.

Het door de NPO ontwikkelde NPO id is mogelijk een goed voorbeeld: Het NPO ID biedt een inlogsysteem waarmee Gebruiker een consistente toegang tot alle diensten van de NPO krijgt. Wanneer Gebruiker is ingelogd kan Gebruiker zijn/haar persoonsgegevens en referenties en gegevens over de diensten van de NPO waarvan gebruik is gemaakt, beheren. Gebruikers zijn te allen tijde in staat om hun persoonlijke accountinformatie te raadplegen en te bewerken en om links naar websites of applicaties van Media Partners te creëren of te wissen. 

Big data voor ons allemaal – maar met de AVG

Grotere ondernemingen, en een deel van de kleine, zijn al druk bezig met big data: verzamelen, duiden en ernaar handelen. De overheid moet zeker niet achterblijven, niet alleen met big data als ondersteuning voor beleidsvorming maar ook voor opsporing. In zorg en onderwijs maar ook bij justitie kan big data helpen bij vinden van patronen, onderzoek naar effecten van beslissingen en bij het ontwikkelen van beslissystemen.

Ook zullen overheden van ministeries tot gemeenten meer open data moeten gaan publiceren, conform de afgesproken standaarden.

Privacy is hierbij altijd een belangrijk uitgangspunt. Gezien de datahonger van de overheid en de grenzen die hierbij worden overschreden, zal een onafhankelijk orgaan als de Autoriteit Persoonsgegevens meer mogelijkheden moeten krijgen voor toezicht en sancties, ook naar ministeries en gemeenten.

Overheid – wel, maar onder curatele

De overheid moet zeker niet achterblijven, niet alleen met big data als ondersteuning voor beleidsvorming maar ook voor opsporing. Privacy is hierbij vanzelfsprekend het belangrijkste uitgangspunt. Gezien de ervaringen met de overheid en privacy (zie ook de Toeslagen-affaire), zal een externe instantie permanent, gevraagd en ongevraagd, direct toezicht moeten kunnen houden op het gebruik van de data, conform de verschillende wetten van AVG tot Grondwet.

Big data in de zorg

Met (geanonimiseerde) big data kan artsen informatie worden aangeboden waarin de effectiviteit van behandelingen, medicijnen en middelen in vergelijkbare gevallen wordt getoond. Artsen stellen elkaar dit soort vragen van oudsher al, maar daar worden privacy-gevoelige apps voor gebruikt als Whatsapp. Onderzoeken naar belangenverstrengeling in de zorg zouden niet eenmalig moeten zijn; dit kan goed een onderdeel vormen van een blijvende monitor op misstanden in de zorg.

Big data bij justitie

Zo kan Justitie big data gebruiken bij het verder verbeteren van de rechtsspraak omdat met big data patronen in de behandeling van burgers of het proces opgespoord kunnen worden. Maar ook herkennen van patronen bij vastgoedtransacties, incassobureaus e.d.

Big data voor alle bedrijven

Grote bedrijven hebben al eenvoudiger toegang tot big data omdat het toepassen ervan nu nog een flinke investering vergt (systemen, analisten, duiding). Om ook het MKB versneld toegang te geven zal er bijv. bij de KVK’s big data centra moeten komen per sector. Ook kleinere bedrijven kunnen dan bijv. de eigen data toetsen aan de in de hele sector verzamelde data, of gezamenlijk onderzoeksvragen formuleren.

Big data voor alle burgers

Daarnaast zouden burgers overheid en bedrijfsleven met big data kunnen controleren. De controlerende taak van onze parlementsleden kunnen we helaas onvoldoende aan hen overlaten. Er is kennelijk nog een instantie nodig die burgers die laat zien of verkiezingsbeloftes worden omgezet in beleid, welke wetten werken, en welke niet; welke subsidies echt iets opleveren, en welke niet.

Privacy

Privacy van burgers en bedrijven moet wel een uitgangspunt zijn bij het uitbouwen van het gebruik van big data. Gezien de slechte staat van de dienst van de overheden op de verschillende niveaus zal de Autoriteit Persoonsgegevens meer bevoegdheden en middelen moeten krijgen om haar rol adequaat te kunnen spelen (en niet minder, zoals in de Begroting 2021).

Niet naïef

Wel moeten we rekening houden met criminaliteit en terrorisme; toezicht (onder democratisch bestuur) is noodzakelijk. En de AP moet niet minder (Begroting voor 2021) maar meer middelen krijgen om echt op te treden.

Toelichting: Big data

Inleiding
(Citaat van Wikipedia)  Men spreekt van big data wanneer men werkt met een of meer datasets die te groot zijn om met reguliere databasemanagementsystemen onderhouden te worden. Big data spelen een steeds grotere rol. De hoeveelheid data die opgeslagen wordt, groeit exponentieel. Dit komt doordat consumenten zelf steeds meer data opslaan in de vorm van bestanden, foto’s en films (bijvoorbeeld op Facebook of YouTube) maar ook doordat er steeds meer apparaten zelf data verzamelen, opslaan en uitwisselen (het zogenaamde internet der dingen) en er steeds meer sensordata beschikbaar zijn. Niet alleen de opslag van deze hoeveelheden is een uitdaging. Ook het analyseren van deze data speelt een steeds grotere rol. Deze data bevatten immers een schat aan informatie voor marketingdoeleinden.
Definitie

De definitie van big data is niet altijd duidelijk en de term big data wordt vaak ten onrechte gebruikt. Volgens Gartner gaat het om drie factoren:

  • de hoeveelheid data;
  • de snelheid waarmee de data binnenkomen en/of opgevraagd worden;
  • de diversiteit van de data. Hiermee wordt met name bedoeld dat de data ongestructureerd zijn en niet in een traditionele database opgeslagen kunnen worden.

Als aan minimaal twee van bovenstaande factoren is voldaan, spreekt men in het algemeen over big data.

Drie andere factoren zijn:

  • de variatie in de data. M.a.w. verschillende bronnen kunnen elkaar tegenspreken en het geheel extra compliceren;
  • de kwaliteit van de data: de ene bron is minder betrouwbaar dan de andere;
  • de complexiteit van de data: de mate waarin ongestructureerde data van verschillende bronnen met elkaar te combineren zijn.